Hermit Holiday - Hoofdstuk 1: China's achtertuin

3 september 2011 - Pyongyang, Noord-Korea

Een paar jaar geleden stond ik kwijlend naar de overkant te kijken. Ik was in Dandong, aan de grens met Noord-Korea. Het land aan de andere kant van de Yalu-river intrigeerde me. Waarom weet ik nog steeds niet en nog steeds stel ik mezelf de zelfde vraag; Waarom heeft een land met zo’n verschrikkelijk regime, zo’n enorme aantrekkingskracht op mij? De vorige keer heb ik niet echt een duidelijk antwoord om mijn vraag kunnen vinden. Nu, zo’n drie jaar later ga ik opnieuw op onderzoek uit.

Het is 9 uur in de ochtend als de Airport Express de internationale luchthaven van Beijing binnenkomt. Pas als ik bij de incheckbalie de bestemming “PYONGYANG” groot boven m’n hoofd zie, begint het eindelijk te kriebelen en realiseer ik me ineens heel goed: Ik ga naar Noord-Korea! De voorbereidingen hebben ongeveer een half jaar geduurd en al met al ging het verrassend soepel. Tuurlijk, ik heb er zelf weinig van meegekregen. Het grootste deel van de voorbereidingen is uit handen genomen door de touroperator. De ambassade van Noord Korea, of de Democratic Peoples Republic of Korea (DPRK) zoals het land zichzelf graag noemt, heb ik nooit van binnen gezien. Ook met de tickets, hotels en treinreizen heb ik niets te maken gehad. Eigenlijk totaal niet mijn manier van reizen. Ik houd van de bureaucratie en al het regelwerk. Het is niet anders!

Netjes op tijd vertrekt Air Koryo vlucht JS 152. Ik verwacht ook niet anders van de nationale luchtvaartmaatschappij van een land waar discipline en stiptheid een aangeboren kwaliteit is. Air Koryo is een van de maatschappijen die in Europa op de zwarte lijst staan. Dit komt mede door de prachtige maar oude toestellen die de luchtvaartmaatschappij over de jaren uit de voormalige Sovjet Unie haalde. Zo ook de ilyushin IL62-M uit 1982 waar ik nu in zit. Een vlucht in dit type toestel is de perfecte manier om een reis naar Noord-Korea mee te beginnen. Stewardessen in prachtig rode uniformen inclusief Kim Il-Sung badge die iedereen in het vliegtuig voorzien van een Pyongyang Times en wat andere propagandistische lectuur, een jaren 80-retro interieur inclusief toilet en een lekkend aircosysteem. Je weet direct dat de bestemming van die dag niet aan de Spaanse costa’s zal liggen! 

Zodra het vliegtuig het Chinese luchtruim heeft ingeruild voor dat van Noord-Korea en de glooiende heuvels rond de “revolutionary capital of our glorious nation” in het zicht komen begint de spanning in de cabine zich op te bouwen. Alle toeristen aan boord zijn enthousiast en bespreken met elkaar hoe het zal zijn terwijl de locals zichtbaar blij zijn om weer thuis te komen. Ik zit aan het raam gekluisterd en probeer elke centimeter van het landschap in me op te nemen. Tijdens het landen voel ik een soort euforie in me naar boven komen. Je kent het wel, een kinderlijke blijdschap alsof je nieuw speelgoed of een lekkere zak snoep krijgt. “Ladies and gentlemen, welcome to Pyongyang Sunan International Airport, Capital of our glorious nation!!” 

Sunan 2Air Koyo IL-62 MSunan 3

De zon schijnt terwijl ik mijn eerste stappen op Koreaanse bodem zet. Met mijn camera in de aanslag probeer ik elke hoek van de luchthaven op de gevoelige plaat vast te leggen. Anders dan op andere luchthavens is het hier geen probleem om foto’s te maken. Direct al een heel ander beeld dan wat ik had bij het land waar originele foto’s maken een hele opgave is. We lopen naar de nieuwe immigratiehal waar de rijen zich voor de paspoortcontrole aan het vormen zijn. Zenuwachtig blader ik door mijn paspoort en controleer wel honderd keer of mijn visum echt in mijn paspoort zit. De paspoortcontrole zelf stelt bijzonder weinig voor. Een zacht en verlegen “Anyong hashimnika” verlaat mijn mond terwijl de douane beambte onder toeziend oog van The Dear Leader en zijn vader een stempel in mijn paspoort zet. Ik kan niet anders dan lachen; Ik ben in Noord-Korea!

De bureaucratische rompslomp gaat nu pas echt beginnen. Iedereen die aankomt op de luchthaven ondergaat de 100 procentscontrole van de douane. Tassen moeten leeg, boeken moeten open en camera’s worden gecheckt. Er zijn honderden dingen die dit land niet in mogen en een beetje reiziger weet van de helft wel dat het niet mag. Er zijn echter ook dingen waar je minder snel aan denkt. Zo is het niet toegestaan om drukwerk uit Zuid-Korea mee te nemen. Ook films wekt erg veel argwaan, omdat deze op de een of andere manier bij de bevolking terecht kunnen komen en zo een ‘onwaar’ beeld van het gemene westen kunnen weergeven. Belangrijker nog zijn de mobiele telefoons. Deze kunnen in het land niet gebruikt worden omdat het bestaande netwerk enkel voor de elite is. Toch is het ten strengste verboden om ze mee te nemen en het beste kan je ze achterlaten in China. Vrijwel alle toeristen kiezen er echter voor om ze toch mee te nemen en ze vervolgens te laten inpakken en verzegelen bij de douane. Dit zorgt ervoor dat er een flinke wachttijd ontstaat bij de douane. Als dan vervolgens mijn telefoon niet op de juiste plek terecht lijkt te komen, breekt de paniek uit. Een duidelijk geïrriteerde douanebeambte vindt het allemaal maar niks en laat dat duidelijk aan onze gids blijken die de volle laag krijgt. 

Anderhalf uur later lopen we dan eindelijk samen met de gidsen naar de bus. Hier wordt ik direct onderschept door een medewerker van KITC (Korean International Travel Company) die mij begint uit te horen. Ik ben net na het aanvragen van mijn visum van baan veranderd en mijn nieuwe werkgever biedt ook reizen naar Noord-Korea aan. Dit heeft blijkbaar wat alarmbellen doen rinkelen in de systemen van Noord-Korea met als gevolg dat ik deze man (die overigens heel vriendelijk is) moet overtuigen van mijn onschuld. Mr. Kim (zo heet hij) komt naast me zitten in de bus en direct zie ik mijn plan (foto’s nemen door de ramen van de bus) in rook op gaan. Hij houdt het echter na vijf minuten voor gezien en verlaat de bus weer. Ditmaal komen de gidsen de bus in. Meneer Kim, een man van in de 40. Mevrouw Wong, een jonge meid die net is afgestudeerd aan de prestigieuze Kim Il-Sung Universiteit. En tot slot onze chauffeur, meneer Li. De hele reis zal worden begeleid door deze twee gidsen die door de staat zijn aangewezen. Behalve het geven van toeristische informatie, zijn de gidsen er vooral om ons en elkaar in de gaten te houden. 

Ik zal zeven dagen in Noord-Korea blijven. In deze periode zal mijn bewegingsvrijheid sterk beperkt worden. In grote lijnen komt het erop neer dat ik buiten de hotels niks mag en kan doen zonder dat de gidsen erbij/ervan op de hoogte zijn. Een wandeling in de stad of een ritje met de metro zonder dat dit in het programma zit is uit den boze en zal direct het einde van de reis betekenen. De hele rit van de luchthaven naar het hotel wordt gebruikt om ons heel hartelijk welkom te heten in Noord-Korea en ons zeer goed op de hoogte te stellen van alle regels. Waar we foto’s van mogen maken en voornamelijk, waarvan niet. Alles doen onze gidsen er aan om onze aandacht vast te houden om ons er zo van te weerhouden om te veel naar buiten te kijken. Ik kan het toch niet laten om aan een stuk door naar buiten te kijken. Iets wat de gidsen zo nu en dan ook opvalt. Het is een soort kat en muis spel wat de rest van de reis zo door zal gaan. 

Bij aankomst in het hotel blijkt al snel dat onze gids zijn rol als kat heel serieus neemt als iemand in de groep een vraag stelt die door hem, een echte revolutionair, volledig verkeerd geïnterpreteerd wordt. Snel maakt hij ons duidelijk dat Noord-Korea niet is zoals onze westerse landen. We moeten hier naar zijn regels handelen! Als meneer Kim een beetje gekalmeerd is, beiden we hem snel een drankje aan en de souvenirs die we voor hem hebben meegenomen. Direct draait hij bij en is alles weer vergeven en vergeten. Door de hectiek zou ik bijna vergeten om jullie mee te nemen door het hotel. Ik verblijf die nacht in het Yanggakdo hotel. Een van Pyongyang’s beste hotels gelegen op een eiland in de Yanggak rivier. Het hotel draagt de bijnaam “Alcatraz of fun”. Omdat het op een eiland ligt is het vrijwel onmogelijk om vanuit het hotel te ontsnappen en tegelijkertijd is dat ook helemaal niet nodig omdat het hotel van alle gemakken is voorzien. Zo zijn er winkels, restaurants, een golfbaan, een bowlingbaan een kapper, een bank, een casino… en ga zo maar door! Oh, verder zijn er ook nog een stuk of 50 etages met kamers. Heel veel kamers. Het gerucht gaat dat de meeste kamers afgeluisterd worden. Ik kan niet zeggen of dit wel of niet zo is, maar toch let je extra op wat je zegt.

De volgende ochtend blijkt pas hoe ideaal het hotel ligt. Ik slaap op de 46e etage en het uitzicht over de stad is bizar. Het is die ochtend wat heiig en van bovenaf geeft dat in combinatie met wat lichte bewolking, de opkomende zon en de grillige bergen op de achtergrond een griezelige aanblik.  Het is het beeld wat samen met revolutionaire muziek perfect bij de stad past. Uren kan ik ernaar kijken maar daar heb ik simpelweg de tijd niet voor. Meneer Kim verwacht ons namelijk netjes gekleed en stipt op tijd beneden. We bezoeken het mausoleum van Kim Il-Sung. Het mausoleum ligt buiten het centrum. Een speciale tramlijn is aangelegd, speciaal om Pyongyangers vanuit het centrum naar het mausoleum te brengen. De trams komen uit Zwitserland, maar daarover later meer. Het mausoleum van Kim Il-Sung heet eigenlijk het Kumsusan Memorial Palace en is in 1976 gebouwd als residentie van de eeuwige president van Noord-Korea; Kim Il-Sung. Kim Il-Sung is in 1994 overleden en zijn zoon heeft het paleis toen laten renoveren en ombouwen tot mausoleum. Naar schatting 100 miljoen dollar heeft dit project gekost, ten tijden van de grote hongersnood. 

Mystiek PyongyangView over PyongyangKumsusan Memorial Palace

Het moge duidelijk zijn, de Kim-clan is een bijzondere groep elite. Kim Il-Sung is de oudste. De beste man is inmiddels een jaar of 20 dood maar in Noord-Korea is hij nog zo levend als altijd. Net na zijn dood is hij uitgeroepen tot eeuwige president en dan maakt Noord-Korea het enige land met een dode als staatshoofd. Kim senior is belangrijk. Mensen verafgoden hun president en zullen dat lang blijven doen. Kim was meedogenloos maar erg geliefd bij zijn volk. Veel meer nog dan zijn zoon en huidige leider Kim Jong-Il. Met zijn aantreden is de propaganda machine in het land pas echt gaan werken. Vele verhalen en mythes werden de wereld in geslingerd. Zo is Kim Junior niet in Rusland geboren zoals alle officiële documenten zeggen. Nee, Kim is geboren aan de rand van mount Peaktu, voorspeld door zwaluwen en onder een dubbele regenboog. Bij zijn geboorte verscheen een heldere ster aan de hemel, een verhaal wat we kennen uit een ander geschiedenisboek. 

Buiten dit duidelijke verhaal zijn er nog veel meer leuke weetjes over Kim Junior! Hij is doodsbang om te vliegen en reist daarom de wereld over in zijn eigen gepantserde trein. Dagelijks laat hij levende kreeften invliegen om ook aan boord van de trein goed te kunnen eten. Kim is een groot filmfan en zijn collectie bestaat uit ongeveer 20.000 films. Films die voor de rest van het land niet te zien zijn. Zijn liefde voor de film gaat zelfs zo ver dat Kim twee Zuid-Koreaanse filmmakers heeft laten ontvoeren om speciaal voor hem de film Godzilla na te maken. Kim is een lastige eter. Hij weigert om gerechten te eten die niet in Noord-Korea bereid zijn, met de grote uitzondering van alcohol. Zijn portie rijst wordt dagelijks door 13 vrouwen korrel voor korrel gecontroleerd op grote en kleur. Hij is een groot sushi fan en om de beste sushi te kunnen eten, heeft hij zijn persoonlijke sushi-chef uit Japan laten ontvoeren (Kim houdt van drastische maatregelen). Kenji Fujimoto, zoals de sushi-chef zichzelf noemt is een aantal jaar geleden zeer slim weggevlucht uit Noord-Korea en heeft pas geleden een boek geschreven over zijn ervaringen als personal chef van de meest gevreesde persoon in Korea. Ook heeft Kim de hamburger uitgevonden, is hij de beste golfer ter wereld, kan hij het weer beïnvloeden met zijn humeur en heeft hij in drie jaar tijd 1500 boeken geschreven en zes opera’s gecomponeerd.  

Kim Il-SungKim2Kim3

Al met al een drukke man waar we veel van kunnen leren! Als de gevreesde dag komt dat ook Kim junior komt te overlijden, zal hoogstwaarschijnlijk zijn jongste zoon Kim Yong-Un het stokje van hem overnemen. Zijn oudste zoon was aanvankelijk troonopvolger, maar hij heeft zijn kansen vergooid toen hij een aantal jaar terug op een vals paspoort naar Japan reisde om daar Disneyland te bezoeken.
Tot die tijd doen we het dus met Kim Jong-Il. Een man die in het dagelijks leven zeer prominent aanwezig is. Elk huis heeft een portret van Kim senior en Kim junior midden in de woonkamer hangen. Zo kan men dagelijks kijken naar de beeltenis van deze twee geweldige leiders. Ook draagt iedereen boven de 15 een rood speldje op de kleding, ook weer met de beeltenis van een van de twee goedheden. Op straat staan overal grote muurschilderingen, beelden en foto’s van Kim senior. Kim junior zal hier ongetwijfeld na zijn dood aan worden toegevoegd maar, bescheiden als hij is, wil hij niet zo uitgebreid in de schijnwerpers staan terwijl hij nog in leven is.

Terug naar het programma. We bezoeken de The Revolutionary Martyrs' Cemetery waar de slachtoffers van de oorlog tussen Noord en Zuid begraven liggen. De sfeer is gelaten en op aanraden van onze gids leggen we wat bloemen bij een monument. Het is schitterend weer en het uitzicht vanaf de begraafplaats die op een heuvel ligt, is prachtig. Heel de stad ligt voor ons en direct kan je prima zien hoe de stad is opgebouwd. Zo op het eerste gezicht ziet Pyongyang er helemaal niet armzalig uit. Het is dan ook de showcase capital van het land en als er al delen van de stad zijn die er minder goed uitzien, zal ik ze zeker niet te zien krijgen. Onderweg terug naar de stad rijden we door de buitenwijken waar ook alles netjes onderhouden is. In het centrum stoppen we bij de Arch of Triumph. Deze boog is gebouwd naar Frans voorbeeld maar is natuurlijk groter. Even krijgt onze gids get moeilijk als blijkt dat er toch wel erg veel locals rondlopen. Hij doet goed z’n best om ons bij hen weg te houden. Alsof we werkelijk een praatje zouden kunnen maken met een groep mensen waarvan niemand ook maar een woord Engels spreekt.

Na de lunch in een prima Koreaans restaurant rijden we verder door de stad. Het valt me op dat de stad eigenlijk heel schoon, geordend en vooral verlaten is. Tuurlijk, het is midden op de dag dus de meeste mensen zullen op het werk zijn. Maar toch lijkt het alsof er iets niet klopt. Nu moet ik toegeven dat je redelijk bevooroordeeld naar Noord-Korea afreist. Ter plaatse zal alles er heel snel ‘verdacht’ uitzien. Niet helemaal eerlijk omdat er waarschijnlijk niets speciaals aan de hand is. We rijden langs een groepje wegwerkers en onze gids schiet nerveus de bus door. Het is niet de bedoeling dat we dit zien en al helemaal niet dat we hier foto’s van nemen. Het werk gebeurt voornamelijk met de hand en op een manier die wij hier al jaren niet meer zien. Dit zijn precies de beelden waar ze hier bang voor zijn. Het is ondenkbaar dat een groep toeristen het machtige Noord-Korea in diskrediet zal brengen! Toch kan ik het niet laten om flink wat foto’s te maken. Gelukkig voor de gids komen we aan op Kim Il-Sung square. Je kent het wel, het grote plein waar de militaire parades gehouden worden. Mr. Kim en Ms. Wong vertellen van alles over de geschiedenis maar ik kan alleen maar kijken naar de mensen en auto’s die voorbij komen. Meerdere keren komt Ms. Wong bij me staan om te zien waar ik allemaal foto’s van maak. Voorzichtig probeer ik een persoonlijk praatje met haar aan te gaan en door haar jonge leeftijd gaat ze hier leuk in mee. Niet al te lang want als Mr. Kim erbij komt staan moeten we al snel doorlopen.

Aan de andere kant van de straat zit een winkel waar we naartoe zullen lopen. Ah, fijn! Een wandeling door de stad! En inderdaad, we lopen zo’n vijf minuten tussen de locals naar de andere kant van de straat. De winkel blijkt een kunstwinkel te zijn. Koreaanse kunst is niet bepaald mooi. Voornamelijk landschappen en dieren die lelijk zijn weergegeven. Ik hou meer van de socialist realism art en propaganda kunst die ik hard aan het zoeken ben. In heel de winkel is niets te vinden en gefrustreerd wil ik weer naar buiten lopen tot ik tegen een soort catalogus aanloop met allerlei propagandaposters. Dit is wat ik zoek! Haast euforisch loop ik naar de caissière toe om haar te vragen of ze deze posters ook verkoopt. De lief lachende dame doet alsof ze geen idee heeft waar ik het over heb en kijkt af en toe alsof ze water ziet branden. Toch zie ik een kleine aarzeling in haar blik dus ik houd aan. “These posters are very nice!! You must have some…” Als ze merkt dat ik het echt niet laat gaan, roept ze meneer Kim erbij. Ineens begrijp ik wat er aan de hand is. De dame weet donders goed wat ik bedoel en de dame heeft ook zeker wat ik zoek maar zonder toestemming van de gids komt er niets! Nu is het uitgelezen moment om te slijmen bij Mr. Kim en direct vertel ik hem hoe interessant in zijn land en deze posters wel niet vind. Een lach komt op zijn gezicht en nog geen drie tellen later tovert de dame achter de balie een grote rol handgeschilderde posters tevoorschijn. Ze lagen goed opgeborgen uit het zicht van alle toeristen. Ik word wederom zo blij als een kind en een kwartier later zit ik breed lachend in de bus met mijn nieuwste aanwinsten!  Ik realiseer me dat ik veel geluk heb en dat dit eigenlijk zeker niet de bedoeling was.

PropagandaKim Il-Sung SquareKim Il-Sung Square

De dagen in Pyongyang zitten propvol en voordat we terug gaan naar het hotel bezoeken we nog de USS Pueblo. Het gevangen genomen spionage schip van de Amerikaanse marine wat voor Noord-Korea echt een enorme overwinningsslag was. Met veel plezier laat een vrouwelijke gids in kleding van de Red Guards ons zien wat er allemaal aan boord van het schip is. Ook legt ze ons nog eens haarfijn uit waarom Korea nu eigenlijk het slachtoffer is en alles de schuld is van Amerika. Ze brengt het zo overtuigend dat je het bijna zou geloven. Dat maakt ook direct dat ik begin te begrijpen waarom de Koreanen zo heilig overtuigd zijn van hun gelijk. Van kinds af aan krijgen zij een verhaal te horen wat vol overtuiging gebracht wordt. Zonder vrij toegang tot westerse media is het onmogelijk om andere verhalen te horen waardoor je automatisch zal geloven wat je denkt te weten. Weer iets waar de Kim’s prima in geslaagd zijn. Speaking about the Kim’s, Kim senior liet graag merken dat hij vroeger een hele normale knul was. Net buiten Pyongyang ligt zijn geboortehuis is het dorp Manyongdae. Het huis is inmiddels 100 jaar oud maar ziet eruit alsof het gisteren gebouwd is. Naast het huis staan traditionele Koreaanse tonnen waar ingemaakte kool, kimchi, in gemaakt wordt. Een van de drie tonnen is misvormd en daarmee wil men hier laten zien dat de Kim’s het vroeger niet breed hadden. Ze hadden enkel geld om misvormde en daardoor goedkopere kimchi tonnen te kopen. De Koreaanse toeristen die hier ook rond lopen eten het verhaal op en maken honderden foto’s! Ik vind het voornamelijk erg bijzonder.

MangyongdaePropaganda

‘S avonds eten we in een lokaal restaurant traditionele Koreaanse barbecue. De gezelligheid barst pas echt los als de stroom uitvalt en er een saamhorigheidsgevoel uitbreekt. Zodra de stroom weer terug is begint het karaoke-festijn waar wij als buitenlanders natuurlijk aan mee moeten doen. Alles onder het toeziend oog van onze gids. De eerste dag is voor hen vaak het zwaarst omdat ze net als wij, geen idee hebben wat er die dag allemaal zal gebeuren.

Annyong Hi Kyeshipshiyo

Foto’s