Studeren in Azië - Hoofdstuk 2: Wonton's en waterpijpen

30 augustus 2009 - Jinan, China

De vlucht met Emirates verloop rustig. Ik word netjes begroet als Mr. Danny, heel normaal in de Arabische wereld omdat de voornaam hier belangrijker is als de achternaam! De service aan boord is perfect. Zoals je dat van een maatschappij uit de Emiraten kan verwachten. Een half uur voor de verwachte aankomsttijd staan we dan ook al aan de grond op de internationale luchthaven van Dubai. Op weg naar immigratie is de rijkdom van dit Emiraat direct zichtbaar. Alles is schoon. En niet gewoon schoon, klinisch schoon. De luchthaven is groot. Terminal 3 is speciaal aangelegd voor vluchten van Emirates. Deze luchtvaartmaatschappij heeft zijn thuisbasis hier op de luchthaven en dat is goed te zien. Bij de paspoortcontrole zitten mannen in Disdasha. Dit oogt een stuk vriendelijker als de mannen in zandbruine pakken die ik later nog zal tegen komen. Een vriendelijke douaniere kijkt even naar mijn paspoort, op zoek naar stempels die doen vermoeden dat ik ooit in Israel geweest ben en na een paar vragen stempelt ze mijn paspoort. Een “shukran” van mijn kant brengt een lach op haar gezicht waarna ik doorloop de immense bagagehal in. Niet veel later loop ik met backpack en al de warme buitenlucht in. Het is kwart voor een en de temperatuur is een zingent hete en benauwde 36 graden. Dat belooft wat voor de volgende dag! 

De weg naar het hotel is al net zo groot als het vliegveld. Mijn hotel ligt vlak naast Mall of the Emirates, een van de grootste shoppingmalls ter wereld. Om hier te komen volgt de taxi Sjeik Zajed Road dwars door Bur Dubai en het Business district richting Jumeirah. Hoge flats staan in rijen langs de weg, welke in beide richtingen 7 en op sommige momenten zelfs 8 banen telt! 

Aangekomen in het hotel blijk ik in een waar paradijs te slapen. Het hotel is net nieuw in voorzien van de laatste moderne snufjes. Zo is er geen “niet storen” bordje, een simpele druk op de knop naast het bed zorgt ervoor dat er bij de deur een lampje gaat branden zodat het personeel weet dat ik niet gestoord wil worden. Ook heeft het hotel een zwembad, sauna, fitness ruimte en 3 restaurants. Ondanks alle luxe is het maar een klein hotel. Het hotel heeft 8 verdiepingen en op elke verdieping ongeveer 15 kamers. Als ik mijn, overigens geweldige, bed aanraak ben ik direct van de wereld. 

De volgende morgen begin ik met een uitgebreid ontbijt. De volgende dag wil ik met de bus doorreizen naar de hoofdstad van het naastgelegen Oman, Muscat. Op zoek naar de busmaatschappij om kaartjes te kopen beland ik in een shoppingmall. Vrouwen in Abaya’s met doeken voor het gezicht en mannen in disdashas doen inkopen. De Carrefour in dit winkelcentrum is een van de grootste in De regio. 54 kassa’s zorgen ervoor dat de wachttijden minimaal zijn. Al ontbreekt het soms aan wisselgeld.. Volgende stop is Deira Souq. Dit is een van de weinige plekjes in Dubai waar nog een beetje originele cultuur te vinden is. De souq loopt door smalle straatjes en werkelijk alles wordt er verkocht. Ik begin in de Gold Souq waar op een reclamebord elke dag de goud en zilverprijzen vermeld staan en maak mijn weg dwars door de souq naar de andere kant van Deira, waterfront. Dit is de kade van Deira waar Arba’s veerdiensten onderhouden. Een Arba is een klein bootje wat ook wel Dhow genoemd wordt. Er varen er ongeveer 500 in Dubai en een ritje kost 1 Dirham of 25 eurocent. 

Aan de kade liggen ook grote Dhow’s. Deze zijn beladen met van alles en nog wat. Op en afladen gaat hier nog gewoon op de ouderwetse manier. Niks kranen, machines of paarden. Zakken meel en reist gaan gewoon op de rug over de loopplank de houten boot af en worden op de kade opgestapeld. Heel de kade staat dan ook vol met handel. In Nederland zou dit werk lang niet zo slopend zijn als hier in Dubai. De temperatuur is inmiddels lekker aan het oplopen en met het brandende zonnetje en de hete woestijnwind is het zo ongeveer 42 graden. De luchtvochtigheid is hoog maar niemand lijkt er last van te hebben. 

Opnieuw ga ik opzoek naar bustickets. Het kantoor van ONTC (Oman National Transport Company) is voor veel taxichauffeurs onbekend. Ik wordt afgezet in een straatje waar een aantal travelagents zitten, met de vriendelijke worden: “It’s here somewhere… you have to look.” Al Manhal stationary store verkoopt de tickets. 90 Dirham later (zo ongeveer 18 Euro) later ben ik in het bezit van een retourticket! Nu kan ik Dubai in alle rust gaan ontdekken! 

Ik neem de bus naar waterfront, en een Arba naar de overkant. Ik loop wat rond, winkel in winkel uit. Veel kan ik niet kopen want een backpack zit zo vol! Na de lunch pak ik de bus richting een van de bekendste plekken in Dubai, Burj al Arab in de wijk Jumeirah. Burj al Arab is ’s werelds enige 7 sterren hotel waar een kamer rustig een paar duizend Euro kost. Het hotel ligt op een klein eilandje wat via een afgeschermde weg bereikbaar is. Toegang tot het hotel krijg je niet zomaar. “even rondkijken”is er niet bij, tenzij je geen problemen hebt met de 300 Dirham (60 euro!!) entreekosten. Afgezien van deze hoge prijs is het hotel van buitenaf wel schitterend mooi. 

Naast het hotel en het bijbehorende Jumeirah Beach Resort is een publiek toegankelijk strand. Vanaf hier kan je mooie foto’s maken van het hotel en de Arabische golf die Dubai van Iran scheidt. 
De Islam speelt in de emiraten een belangrijke rol in het dagelijks leven. 5 keer per dag komt het leven in een vertraging. De gebedsmomenten zijn belangrijk en veel mensen trekken naar een van de vele moskeen. Auto’s blijven dubbel geparkeerd met draaiende motor voor de moskee staan. Moskeen zijn overigens, met uitzondering van een paar die onder een “Moslim kennismaak tour” bezocht kunnen worden, verboden voor niet-moslims. Maar er is meer waaraan goed te merken is dat de Islam een grote invloed heeft op het dagelijks leven. In de kamers van veel hotels staat een pijl op het plafond. Deze pijl geeft de locatie van de Qibla ik Mecca aan, de richting waarin gebeden moet worden. Verder zijn korte broeken boven de knie en strakke kleding voor mannen en vrouwen “not done” en is er buiten de resorts en 5 sterren hotels geen druppel alcohol te krijgen. Bussen zijn verdeeld in een “Family section” voor families en vrouwen, en een “Male section” voor mannen. En overal de onvermijdelijke abaya. Toch valt me op dat de Islam in de Emiraten anders geïnterpreteerd wordt als in landen als Egypte en Tunesië. Natuurlijk zijn deze landen veel conservatiever… maar toch is er hier een bepaalde vriendelijkheid en tolerantie die ik in andere Islamitische landen veel minder ben tegen gekomen. Uiteraard zijn er hier regels waar iedereen zich aan dient te houden.. Ik denk dat het verschil zit in het feit dat iedereen, of in ieder geval veel mensen, zich ook echt aan deze regels houden en toeristen zich hier wel aan aan willen passen. Dit creëert een soort respect. 

Ik pak de bus naar Dubai Marina. Deze wijk ligt buiten het centrum van Dubai en is eigenlijk een soort 2e centrum of beter gezegd, 3e centrum. Ook hier vindt je vele hoge flats alleen zitten hier geen kantoren maar luxe en vooral dure appartementen. De bussen in Dubai zijn goddank allemaal airco gekoeld. Een nieuw project in de stad, wat bijna afgerond is, zijn airco gekoelde bushokjes. Ik heb hier in Nederland al eens iets over gelezen en vond het maar een raar en onnodig idee. Nu ik hier in Dubai loop en schaduw of verkoelende briesjes langs de weg zeldzaam zijn, wil ik toch graag terugkomen op mijn gedachte. Wachten op de bus in 22 graden is toch wel erg lekker! 

Voor het diner ga ik naar Mall of the Emirates. Ik zei het al eerder, een van de grootste schoppingmalls van de wereld. Alles is hier te vinden. Van Starbucks tot Abayawinkel, van hotel tot Skibaan! Zelfs een moskee is aanwezig. (al is dat eigenlijk ik alle winkelcentra het geval) 
De gebeden worden in het winkelcentrum uitgezonden en terwijl de Imam bid, gaat het leven in de Mall gewoon door. De Mall doet Amerikaans aan. Er zijn twee grote Foodcourts waar eten in alle soorten te vinden is. Een eigen keuken hebben de Emiraten eigenlijk niet. Het Arabische eten wat hier te vinden is komt veelal uit Iran of Jordanië nee, favoriet is hier toch wel de Indische keuken. Dit komt voornamelijk door de vele duizenden Indische immigranten die hier de vuile klusjes voor de Emirati komen opknappen. 

Dagen kan je doorbrengen in de Malls van Dubai zonder je te vervelen. Ik doe dit niet en ga vroeg naar bed. De volgende ochtend zingt m’n telefoon me om half 6 uit bed. Tijd om te vertrekken richting het Sultanaat Oman! De bus vertrekt netjes op tijd en deze rijd ook lekker door! “Uw bus is beveiligd met een snelheidsbegrenzer” staat er in grote letters als Unique Selling Point op het ticket. Alleen staat deze begrenzer ingesteld op 120 kilometer per uur met als gevolg dat de chauffeur ook zeker niet van plan is om minder hard te gaan rijden. Het verkeer in de Emiraten is relatief veilig. De maximumsnelheid is 120 kilometer per uur en iedereen houd zich hier ook aan. Dit komt mede door het feit dat er om de 10 meter een flitspaal staat. Ook rijd het verkeer eigenlijk altijd wel door. Zodra we de stad verlaten staan we direct in de woestijn. Het gele zand stuift aan weerskanten van de bus op. De grote 7-baanswegen zijn vervangen door 3-baanswegen met een stuk minder verkeer. Alles wat je je kunt voorstellen bij de woestijn is hier waar. Kaal, droog en inderdaad.. kamelen! De busreis gaat onder meer door het Emiraat Sjarjah. Een van de meest conservatieve Emiraten. In Sjarjah geldt, net als in alle andere Emiraten, de Sjaria. De strenge islamitische wetgeving. Nu zijn er in Dubai een aantal uitzonderingen op deze wet en, zeker voor expats en toeristen, is er meer mogelijk. Zo niet in Sjarjah. Waterpijpen, alcohol en korte broeken zijn er verboden. Vrouwen worden hier geacht niet alleen te reizen en dienen altijd verhullende kleding te dragen. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat de welvaart die we kennen in de andere Emiraten niet als zodanig is weggelegd voor Sjarjah. Westerse bedrijven willen en kunnen er minder investeren. 

Aangekomen bij de grens, na ongeveer een uurtje rijden, moet ik zelf de bus uit om een stempel te halen. Dit proces verloopt snel. De tweede stop is de bagage controle voor de grenscontrole naar het Sultanaat. Hier is de overheid duidelijk strenger aanwezig. Alle tassen en dozen moeten de bus uit en worden een voor een gecontroleerd. Een douanebeambte doorzoekt alle tassen op jacht naar drugs en, belangrijker, alcohol! Het is absoluut verboden alcohol over land vanuit de Emiraten naar Oman te exporteren. Westerling of niet.. het mag niet. Nadat Hassan, ik noem hem voor het gemak even Hassan, zijn controle heeft afgerond komt de drugshond ook nog even snuffelen. Een kleine 3 kwartier later mogen we verder rijden. De laatste stop is de paspoortcontrole. Deze verloopt vlotjes en als ik wil betalen voor mijn visum verteld de douanier in witte dishdasha dat ik niet hoef te betalen! Ruim anderhalf uur duurde alle controles bij elkaar maar het is gelukt! Ik ben in Oman! 

Vier en een half uur later komen we aan in de hoofdstad Muscat. Het is heet. Bloedheet. De warmte zuigt al het zweet uit m’n lichaam en water blijf ik hier drinken. Leuk detail is overigens dat een liter water hier duurder is als een liter benzine. Een liter water kost 0,200 Rials zo ongeveer 37 Eurocent terwijl een liter super bij de Shell 0,110 Rials kost. Ongeveer 19 Eurocent! Als ik erg op m’n geld moet gaan letten kan ik dus altijd overwegen om benzine te drinken in plaats van water! Dat ik op mijn geld moet gaan letten, merk ik snel genoeg. Oman is duur. De munt, de Rial, is sterk en dat merk je in alles. Goedkope hotels bestaan hier vrijwel niet en eten is vaak ook naar westerse maatstaven geprijsd. Oman is minder rijk als Dubai. Het land was tot 30 jaar geleden niet toegankelijk voor buitenlanders. Sultan Sayyed Qaboos bin Said al bu Said is nu 30 jaar aan de macht. Qaboos is de enige zoon van zijn vader Sa’id ibn Taimur. Tot zijn 16e woonde hij in zijn geboorteplaats Salalah. Daarna werd hij naar een privé-school in Groot-Brittannië gestuurd. Op 20-jarige leeftijd volgde hij de militaire academie Sandhurst, waarna een militaire carrière volgde, waarbij hij onder andere gelegerd was in Duitsland. Na een studie ‘local government’ maakte hij een wereldreis om in 1964 terug te keren naar Oman. Hij kreeg huisarrest, maar mocht wel bezoekers ontvangen. 

Qaboos bestudeerde toen de islam en de geschiedenis van Oman en het Omaanse volk. Tot de conclusie gekomen dat er armoede heerste, besloot hij de macht over te nemen. Op 23 juli 1970 nam hij de troon over en stuurde hij zijn vader in ballingschap in Groot-Brittannië. De Omanieten die het land verlaten hadden, werden uitgenodigd terug te keren om te helpen het land te verbeteren. Qaboos werd de nieuwe sultan, minister-president, minister van Defensie en van Buitenlandse Zaken. Hij zorgde ervoor dat Oman lid werd van zowel de Arabische Liga als de Verenigde Naties. Verder werd de naam van het land, Sultanaat van Muscat en Oman, veranderd naar de huidige naam en veranderde de vlag. Maar belangrijker nog, hij heeft ervoor gezorgd dat Oman werd opengesteld voor buitenlanders, door investeerders naar het land te halen. Eens per jaar gaat hij een maand lang het land door om de wensen van het volk aan te horen. Iedereen die iets te melden heeft mag dit op speciale bijeenkomsten delen met de Sultan. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat de man een ware afgod is. 

Vanuit mijn hotel vertrek ik dan ook als eerst naar het paleis van de Sultan. Overweldigend is overigens de weg naar het paleis wat in oud Muscat gelegen is. Muscat is opgebouwd uit allemaal kleine dorpjes waarvan oud Muscat, Ruwi, Muttrah en Madinat Qaboos de belangrijkste zijn. Al deze dorpjes worden met elkaar verbonden door een ringweg. De totale afstand tussen alle dorpjes is zo’n 25 kilometer! Bij het paleis ben ik alleen. Geen toerist te bekennen. In alle rust kan in foto’s nemen van dit geweldig mooie complex wat, voor het gemak van de Sultan, weer eens uitgebreid wordt. Direct valt ook op hoe schoon Muscat is. Oman is het eerste en enige Arabische land met een ministerie van hygiëne. De werkzaamheden van dit ministerie zorgen ervoor dat Muscat na steden als Singapore een van de schoonste hoofdsteden ter wereld is! 

Na mijn bezoek aan het paleis, wat je overigens niet van binnen kunt bekijken, loop ik naar de oude stadspoort van de stad. Deze poort werd tot 30 jaar geleden elke avond om 7 uur gesloten. Na die tijd kwam niemand de stad meer in of uit. Vandaag de dag is dat wel anders. Ondanks het feit dat er in Muscat minder verkeer is als in Dubai, is het er nog steeds goed druk. De straat oversteken is elke keer weer een gevecht! 

Het bezoeken van de souq in Muttrah is zeker een must! Hier vindt je een oude souq zoals ze er in films uitzien. De souq wordt overdekt door een houten dak wat tot in detail erg mooi is afgewerkt. Het is vrijdagochtend en dat betekend zondag in de Arabische wereld. Alles is dan ook uitgestorven. Nergens een koopman te vinden. Dit is de eerste keer dat ik langs winkels kan lopen zonder naar binnen gesleurd te worden! De souq heeft iets sprookjesachtig. Af en toe loopt er een groepje mysterieuze mannen of vrouwen voorbij die in Aladin films niet zouden misstaan! Terwijl ik een foto wil maken, roept een vrouw dat ze niet op de foto gezet wil worden. De vrouw draagt een zwarte abaya, hoofddoek en lap voor het gezicht. Alleen haar ogen zijn zichtbaar. Ik maak haar duidelijk dat ik geen foto van haar genomen heb en dit ook niet zal doen. Opgelucht vraagt de vrouw uiteindelijk hoe het met mij gaat! Een vreemde gewaarwording aangezien vrouwen eigenlijk nooit tegen vreemde mannen zullen praten! Haar Engels gaat niet verder als “how are you” en we vervolgen beide onze weg. 

Rond het middaguur sta ik langs de waterkant als het belangrijkste gebed van de dag begint. De verschillende moskeeën in de stad beginnen hun gebeden uit te spreken. Het gebed duurt lang. Zeker 3 kwartier is de stad gevuld met gebeden en zo ineens als ze begonnen, zo ineens houden ze ook weer op. Stilte is terug in de stad. Nou ja .. niet echt. Alle taxi’s en auto’s vliegen nog steeds voorbij! In de haven ligt een van de vier bootjes de die sultan, of eigenlijk de staat, bezitten. Het Al Sayd jacht. Deze boot valt niet te omschrijven. Hij zou het goed doen op een cruiseline. 

Ik zei het al eerder.. het is vrijdag. Vóór een uur of vier gebeurt er niets in Muscat. Nu heb ik mooi even de tijd om in alle rust rond te kijken en in een winkelcentrum, wat wel geopend is, te genieten van de airco die hier een welkome afwisseling bied van de zengende hitte in de stad. Muscat is de heetste hoofdstad ter wereld. In de maanden juli en begin augustus wordt het dagelijks gemakkelijk vijftig graden en een aantal maal in deze periode wordt de onvoorstelbaar hete temperatuur van zevenenvijftig graden gehaald. Ik zou dit graag een keer willen meemaken. Om erover mee te kunnen praten. Maar die extreme temperaturen zijn voor mij niet weggelegd. Ik moet het doen met een “koele” 40-45 graden. 

Om vijf uur opent de souq, waar ik eerder op de dag ook was, haar deuren. Alle kraampjes stallen hun koopwaar uit. Een zeer bekend souvenir uit Oman is Frankincense. Een wierooksoort die natuurlijk ontstaat.’s Werelds duurste parfum, Amouage, wordt hier onder andere van gemaakt. Overal in de souq branden stukken Frankincense wat ervoor zorgt dat de souq een soort spookachtige, rokerige uitstraling heeft. Helaas is het ook deze souq waar ik toeristen met minder respect tegen kom. Een meisje van een jaar of 22 loopt voor de souq samen met een groepje toeristen. Ze draagt een strak topje met spaghettibandjes, een minirokje en slippers. Als klap op de vuurpeil heeft ze ook nog eens een sigaret in haar mond. Het mag van zichzelf spreken dat iedereen haar afkeurend aankeek. 

De volgende dag is de eerste dag van de vastenmaand Ramadan. Moslims dienen in deze maand tussen zonsop- en ondergang niets in hun lichaam te stoppen. Geen eten, drinken of rook bijvoorbeeld. Ook is het niet toegestaan om mensen te bedriegen (al doen taxichauffeurs hier niet anders) of te schelden of gokken. Dit heeft een groot effect op het openbare leven. Eten, drinken en roken zijn in het openbaar niet toegestaan. Restaurants en coffeeshops als Starbucks en Costa zijn tot zonsondergang gesloten. Nou ja.. niet gesloten.. er is alleen niets te krijgen. Westerlingen en expats zitten op de banken bij Starbucks om gebruik te maken van het wireless internet systeem terwijl het personeel vermoeid over de toonbank voor zich uitkijkt. De Ramadan heeft meer gevolgen. Zo komt mijn ontbijt vandaag in de vorm van roomservice. Een luxe die ik mezelf normaal niet permitteer omdat dit simpelweg te duur is.. vandaag is het gratis! 

Ook het dagelijks leven gaat een stuk langzamer dan normaal. Op weg naar de Sultan Qaboos Moskee raak ik in gesprek met de taxichauffeur. Ik vraag hem wat hij vindt van de ramadan. Hij vindt het goed, zegt hij. “We will lose weight.. Omani people like to much eat curry” Dat is natuurlijk ook een manier om tegen de ramadan aan te kijken! Verder verteld hij me dat het erg moeilijk is. Vooral als het zo warm is. Veel mensen blijven binnen bij de airco om geen last te krijgen van de warmte. Ook melden mensen zich ziek voor werk en blijven heel de dag in bed liggen. Dat het zwaar is, kan ik me helemaal voorstellen. Ik heb erover nagedacht om een dag mee te doen met de ramadan. Maar na vijf minuten lopen in de zon heb ik echt water nodig! Het zou geen goed idee zijn. Imsak, de tijd dat de zon opkomt, is hier rond kwart over vier ’s ochtends en Iftar, de tijd dat de zon weer onder gaat, is pas ’s avonds om zeven uur. Zolang kan ik hier niet zonder water! Je kunt je voorstellen dat vasten in een land als Oman dan ook veel zwaarder is als in Nederland. Het enige voordeel is dat in Oman iedereen meedoet en mensen dus niet snel in de verleiding zullen komen om te gaan eten of drinken. 

Ik ben inmiddels aangekomen bij de Sultan Qaboos moskee. Ook wel de grote moskee genoemd. Het is de belangrijkste moskee van Oman. Sultan Qaboos heeft hem laten bouwen als een kado aan het volk voor zijn 30 jaar regeren. De bouw duurde ongeveer 6 en een half jaar. De moskee bezit het grootste handgeweven tapijt in de wereld. 600 vrouwen zijn ruim 4 jaar bezig geweest om de 1.700.000 knopen in het 70X60 meter grootte tapijt te maken. Ook de kroonluchter is de grootste ter wereld en als ik er onder sta is hij inderdaad erg groot en imposant. Hij zou de huiskamer kunnen vullen! 

Ik neem lang de tijd in de moskee. Het is echt een van de hoogtepunten uit deze reis. Voor deze moskee komen mensen naar Oman. Er heerst een aangename stilte in de moskee. Rondom de moskee zijn mooie tuinen aangelegd. In het complex is plaats voor 20.000 gelovigen die tegelijkertijd van de schoonheid kunnen genieten. Heel de dag zou ik hier kunnen blijven. Foto´s nemen, rondlopen en gewoon stil zitten, maar ik moet weer verder. De middag vul ik met winkelen. Winkelen in lege winkelcentra. Alles is dicht, behalve de Carrefour. Ramadan is net kerst. Overal in de supermarkt staan feestpakketten en alles is mooi versierd. Ik zou niet kunnen winkelen op een lege maag. Vooral de mannen bij de dadelkraam hebben het moeilijk. Ook de kruiden en specerijenafdeling is een plaats waar ik als moslim niet graag zou werken. De kruiden ruiken heerlijk en ik kan het dan natuurlijk ook niet laten om een aantal verschillende specerijen te kopen om mee te nemen. Alle kruiden die in Nederland moeilijk te krijgen zijn hebben ze hier! Citroenzout, Sumac en Kashmeer chili powder. Heerlijk ruikt het! 

Middageten en een slok water tussendoor moet altijd stiekem. Het middageten probeer ik in mijn kamer te eten. Voornamelijk omdat dit gewoon veel makkelijker is. Een slok water of een stuk chocola echter is moeilijker. Meestal vlucht ik een winkelcentrum in om in het toilet even iets te kunnen eten. Het is behelpen en lang niet altijd gemakkelijk maar goed.. aanpassing! Om 18.30 zit ik in het foodcourt van het winkelcentrum te wachten tot ik mag eten. Het personeel loopt rond en houd vooral de tijd in de gaten. Heel de dag hebben ze hier gestaan zonder ook maar iets te doen. Het personeel in dit soort restaurantjes zijn overigens allemaal van Indische, Chinese of Filippijnse afkomst. Net als het personeel bij de meeste Starbucks vestigingen. Om 18.39 is het dan eindelijk zover! Het gebed klinkt door het winkelcentrum en de rijen bij de eetkraampjes beginnen zich te vormen! De ramadan is voorbij. Voor vandaag althans.. 

Het is tijd om terug te gaan naar Dubai! Om zeven uur precies vertrekt de bus. Ik mag niet voorin zitten omdat deze plaatsen gereserveerd zijn voor vrouwen en families. De chauffeur gast lekker door en 4 uur later staan we aan de grens. Meneer de chauffeur doet alle formaliteiten voor ons. Terwijl hij in het douanegebouw is maak ik van de kans gebruik om even wat te eten naar binnen te werken. De bus wordt bezet door een aantal Indiërs en een Chinees die hetzelfde doen. De bus zit lang niet vol en 10 minuten later rijden we alweer door. Op naar de immigratie van de UAE. 10 minuten later komen we hier aan. Ook hier gaat het snel. Even een stempel halen en we kunnen weer verder. Tot aan de tassencontrole. 2 mannen van de douane komen de bus in en kiezen verdacht uitziende personen uit de bus. Een Indiër en de Chinees moeten mee een hokje in waar al hun bagage wordt nagekeken. Gelukkig gunnen ze mij net een blik en mag ik lekker blijven zitten. 

Nog een uur later komen we weer aan in Dubai. Ik pak een taxi terug naar het geweldige hotel waar ik weer een nachtje mag blijven slapen. Het is druk op de weg en de taxi chauffeur is er dan ook niet blij mee dat ik mijn backpack in de kofferbak van zijn taxi doe. “you don’t think” was z’n antwoord geïrriteerd. Daar gaat je fooi was het mijne. Na nog wat irritatie van zijn kant blafte ik dat hij naar m’n hotel moest gaan. Toen hij merkte dat ik geïrriteerd was door zijn opmerkingen probeerde hij het goed te maken door te vragen of ik Dubai leuk vond. Offcourse, zei ik kortaf waarna hij besefte dat er geen redden meer aan was. Overigens zijn bijna alle taxichauffeurs in Dubai van Indische afkomst en deze mensen hebben het net iets minder op goede service of vriendelijkheid. Wel verwachten ze altijd fooi. 

Over anderhalve dag gaat mijn vlucht naar Beijing en om de tijd een beetje sneller te laten gaan hang ik heel de dag rond in de grote malls opzoek naar souvenirs. Ook bezoek ik Souk Madinat Jumeirah. Een toeristen souk die volledig overdekt en airco gekoeld is. De avond breng ik door in Shisha courtyard. Een Arabische binnenplaats in een gigantisch lux hotelcomplex. Westerse toeristen en Sjeiks komen hier naartoe om Shisha (waterpijp) te roken en koffie of thee te drinken. Het is een soort oase met Arabische muziek en een heerlijke sfeer! De zoete geur van appeltabak die zachtjes uit de shisha’s borrelt vult het terras en ruikt heerlijk. 

Ruim op tijd sta ik op de luchthaven, klaar om te vertrekken! Ik ben blij dat ik verder kan, want na een week heb je Dubai echt gezien! Bij de eerste incheckbalie word ik doorverwezen naar de tweede en bij de tweede naar de derde. Er is een overboeking. Kassa, denk ik als ik naar de derde balie loop. Emirates zoekt vrijwilligers die hun plaats willen opgeven in ruil voor een stoel op de vlucht van morgen, een gratis ticket Dubai-Beijing-Dubai en een overnachting in het Emirates hotel. Dit weiger ik, simpel en alleen omdat ik niets aan het ticket heb. Ik woon immers niet in Dubai. 2 en een half uur wachten wordt mij gevraagd, waarna men zal kijken of er iemand anders zijn stoel heeft opgegeven. Ik opper nog dat ik in ruil voor geld best een nacht extra wil blijven.. maar nee. Dat is niet de regel. Wachten dan maar. Ik raak meer en meer geïrriteerd omdat ik weet dat ik recht heb op geld. Na een uur loop ik weer terug naar de incheckbalie als de vrouw mij verteld dat er echt geen plaats meer is. Ik zeg haar dat ik nu wel extra kosten maak omdat ik een hotel in Beijing heb geboekt wat ik niet kan annuleren. Tsja, zegt de vrouw, wij vergoeden die nacht niet want u krijgt hier een nacht gratis. Ik blijf rustig en zeg haar dat ze iemand zal moeten zoeken die chinees spreekt om het hotel op de hoogte te stellen. Natuurlijk, zegt ze, u mag 3 minuten gratis bellen. Hier ben ik het niet mee eens! Ik spreek immers geen chinees en de vrouw in kwestie in een Chinese… Ik vraag haar iemand te zoeken die chinees spreekt. Ze vraagt haar supervisor wat te doen en hij verteld me dat alles goed komt en dat ik nog een kwartiertje moet wachten. Het is inmiddels twee uur en ik wil nu eigenlijk wel naar bed! Met tegenzin ga ik weer zitten. 20 minuten later mag ik naar de balie komen. Ik heb mezelf in die 20 minuten volledig voorbereid op de confrontatie en net als ik mijn preek wil gaan houden, biedt de vrouw met een zielig gezicht opnieuw haar excuses aan: 
“I’am so so sorry that there’re no more seets in Economy class” Zegt ze. 
Ik sta klaar om in de aanval te gaan en precies op dat moment gaat de vrouw verder: 
“So how would you like to fly Business class!” 
Verbaast en uit het veld geslagen sta ik met mijn mond vol tanden. Uh.. What.. Business class.. Now? 
“Look… “ zegt ze terwijl ze met een boarding card zwaait: “Its real!!” 

Mijn humeur slaat direct over! Ook krijg ik een voucher ter waarde van 20 euro om belastingvrij nog wat dingetjes aan boort te mogen kopen! 
Met een lach op m’n gezicht loop ik door de paspoortcontrole en direct door naar de gate. 

Via de ‘Business class’ slurf zoek ik de weg naar mijn stoel. Verse bloemen en Champagne verwelkomen me in het vliegtuig! Een ruime keuze aan kranten en tijdschriften wordt mij aangeboden op een zilver dienblad en de menukaart is uitgebreider dan die van menig restaurant!De vlucht verloopt soepel. Dit komt mede door het tv scherm, welke groter is als degene in mijn kamer, en de massagestoel die helemaal plat kan! Juist.. plat als een tandartsstoel! Ik heb in een vliegtuig nog nooit zo lekker geslapen en helemaal uitgerust arriveer ik in Beijing. De Smog ontneemt me het zicht. In de aankomsthal staan honderden chinezen te wachten. Ik graaf mijn weg door de mensenmassa en al snel zit ik in de metro naar het centrum van de stad. China voelt direct weer vertrouwd aan. De geur, de omgeving.. heerlijk om weer terug te zijn! 

Beijing is erg veranderd sinds de laatste keer dat ik hier was, nu zo’n 4 jaar geleden. Meer Hutongs zijn gesloopt en het metro netwerk is meer dan verdubbeld. Op straat wordt ik, als westerling, veel minder nagestaard. Ik merk heel goed dat Beijing erg verwesterd is. Gelukkig is het eten nog steeds geweldig goed en goedkoop! Ik blijf drie dagen in Beijing en doe dit vooral om even uit te rusten en te kijken hoe erg alles veranderd is. Ik bezoek onder andere Tian ‘an Men, het Mausoleum van Mao, de Pyongyang art studio en Qian men. Het toppunt van mijn bezoek aan Beijing is toch wel de top van Fragarant Hills. Een berg aan de westkant van Beijing met een schitterend uitzicht over de stad! In plaats van de kabelbaal besluit ik naar boven te lopen. Die fout maak ik nooit meer. Sporten is voor mij niet weg gelegd en een berg beklimmen dus ook niet! Een uur later sta ik boven te genieten van het uitzicht. Onderweg ben ik ingehaald door het leger die deze berg gebruiken als training. Ik loop naar boven… hun rennen. De laatste avond ga ik dineren met Jasmine, een meisje uit Nederland die ook in Jinan zal gaan studeren, en haar Chinese vrienden. Het is een soort introductiediner want we hebben elkaar nog niet eerder gezien. Het diner is erg gezellig en de tijd gaat snel. De volgende keer dat we elkaar zien zal over een week zijn, in Jinan. Jasmine verblijft nog een week bij haar vrienden in Beijing terwijl ik morgen al zal doorreizen naar Jinan 

Ik reis naar Jinan per trein. De hoge snelheidstrein vertrekt om half 9 vanaf Beijing south station. Het station is pas nieuw en heeft de uitstraling van een groot vliegveld. De trein is netjes en snel, ongeveer hetzelfde als de TGV in Frankrijk. Terwijl de trein in Jinan aankomt, komt de contactpersoon van de school er ook aan. Ze is iets later als ik maar zodra we elkaar in de mensenmassa gevonden hebben, kunnen we naar mijn huisje voor de komende vijf maanden! Ik verblijf op de campus van de school. De kamer is groot en lekker ruim! Zoals ik wel had verwacht kan er best even een doekje door de kamer maar verder is het prima in orde! 

Die avond eet ik samen met Stefan (tweede Nederlander hier) en twee Chinezen. Tot laat in de avond drinken we thee, praten we over van alles en nog wat en proberen we de eerste woordjes Chinees. Nu al blijkt dat Chinees echt moeilijk is en dat klanken echt heel belangrijk zijn. Dit kan nog leuk worden de komende vijf maanden! 

Foto’s